Woordjes leren met de flapmethode
Huiswerktip
Voor iedereen, maar speciaal voor dyslecten, een fijne manier om woordjes te leren.
De flapmethode is één van de vele manieren om woordjes te leren
Naast het leren van de woordjes, is dit ook een goede manier om de schrijfmethode te oefenen.
Woordjes leren is eigenlijk vooral veel oefenen, veel doen. Hoe meer je oefent, hoe beter ze blijven plakken. Stamp de woorden nooit langer dan zo’n 20 minuten achter elkaar in je hoofd, maar verdeel de stof over meerdere dagen en plan deze leermomenten in je Plenda.
Andere manieren om woordjes te leren zijn de kaartjesmethode, met de digitale flashcards van Quizlet of door middel van het platform StudyGo.
Ook kun je deze verschillende methodes met elkaar combineren. Gebruik de flapmethode bijvoorbeeld voor hoe je het woord schrijft en StudyGo voor de uitspraak. Vooral interessant voor Frans en Duits, want die talen klinken je waarschijnlijk niet zo bekend in de oren als Engels.
Hoe werkt het?
- Vouw een A4-vel in de lengte doormidden.
- Noteer het hoofdstuk en over welke woordjes het gaat (dan kun je dit vel later bij een proefwerk nog een keer gebruiken).
- Schrijf aan de linkerkant de gevraagde woordjes.
- Schrijf dan aan de rechterkant de antwoorden.
- Controleer de schrijfwijze nog een keer.
- Vouw de antwoorden naar achteren en probeer de juiste vertaling op te schrijven.
- Controleer je werk en noteer een plus of min (goed of fout).
- Herhaal dit alleen voor de woordjes waar een min voor staat.
Tips
- Ga net zolang door tot je geen minnen meer hebt.
- Als je steeds een paar moeilijke woordjes overhoudt, kun je het leren combineren met de kaartjesmethode.
- Je kunt hetzelfde vel gebruiken om de woordjes van de vertaling terug naar het Nederlands te leren.
- Meestal krijg je voor een overhoring één of een paar paragrafen van een hoofdstuk per keer op. Verzamel al deze vellen/paragrafen bij elkaar in een map. Als je nu een proefwerk krijgt van het totale hoofdstuk pak je je oude vellen er weer bij.
